Het Conversational Framework

Het conversational Framework (Laurillard, 2002) is een model dat het leerrendement van de leerling effectief in beeld brengt. Het helpt de docent te bepalen of de inzet van ICT-middelen effectief is. Het model is een samenstelling van activiteiten of taken die zichtbaar worden uitgevoerd in het hoofd van de leerling, de docent of van de programmeur van het digitale leermiddel (Borgman,2015) Het model bestaan uit vier kwadranten en twaalf pijlen. Als alle twaalf pijlen terugkomen in het leermiddel, is de interactie geslaagd. Als docent moet je er dus voor zorgen dat je werkt aan alle twaalf pijlen. Als docent ben je dus de belangrijkste factor in de interactie tussen de leerling en het leermiddel.

Het conversational framawork (Laurillard, 2002), in het Nederlands

Uitleg Conversational Framework

In een leeromgeving worden theorieën of ideeën uitgelegd (1). De leerling gaat aan de slag met de kennis die hij/zij al heeft. Als er in het concept van de leerling misconcepten (2) zijn kan via herdefiniëring (3 en 4) de concepten worden aangepast. Hiermee wordt de leeromgeving ook aangepast. De docent geeft extra uitleg (5). Hiermee worden doelen gesteld (6) aan de leerling. De leerling gaat aan het werk (7) en vraagt feedback (8). Als het nodig is past de leerling de actie aan (9). Daarna volgt weer een reflectie van de docent en het leermiddel (12). Als het leermiddel niet het goede effect heeft gehad kan de leerling het leermiddel weer aanpassen (5). Is dit niet nodig en kan de leerling verder dan is herdefiniëren (3) (4) niet nodig. De acties worden aangepast aan het doel van de leerling (10) de leerling kan na het maken van de opdrachten reflecteren op de werkwijze en het doel (11). Is het doel behaald of is herdefiniëring nodig (3) en (4).

Zorg en Technologie

In onze blended leeromgeving gaan de leerlingen zich verdiepen in het onderwerp “technologie in de zorg”. De weekopdrachten kunnen gevonden worden via een website. Eén onderwerp is een excursie naar een innovatie dag, hier wordt uitleg gegeven over technologie in de zorg.

Aan de hand van de uitwerkingen en presentaties van de diverse weekopdrachten kan de docent een goede indruk krijgen of de stof door de leerling wordt begrepen en het geeft inzicht in het leerproces van de leerling.

Als de leerlingen vragen hebben, kunnen ze bij de docent om uitleg vragen. De docent kan doordat er meer inzicht is in de kennis en inzicht van de leerlingen bepalen of er nog extra aandacht aan een onderwerp besteed moet worden.

De afsluiting van deze opdracht bestaat uit een eindtoets, een eindpresentatie, een portfolio, de beoordeling van medeleerlingen en het leermetergesprek. Deze punten leveren niet alleen een 360 graden feedback op maar zijn ook bruikbaar voor de docent om te bepalen waar de leeromgeving eventueel nog moet worden aangepast.